U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Historie
De oudste vermelding van de kerk van Schelluinen dateert van begin 1200. Op de huidige plek hebben sinds die tijd meerdere kerk gebouwen gestaan. In 1899 is het vorige kerkgebouw gesloopt, het oudste gedeelte hiervan dateerde van begin 14e eeuw.

Op de foto is de noordzijde van de kerk te zien kort voordat het gesloopt werd.
Dominee C.H Kuipéri was predikant van 1891 tot 1921 in Schelluinen. Het kerkgebouw noemde hij meer een paardenstal van binnen dan eene kerk, en van buiten onooglijk en in diep verval.

Schelluinderberg te Schelluinen

Het huis Schelluinderberg fungeerde als pastorie. Het is een bakstenen huis met renaissance ornamenten waarvan de oudste bouwdelen stammen uit 1545. In diverse bouwfasen (1565, 1768, 1844 en 1922) werd het uitgebreid tot wat het huis nu is. Het was aanvankelijk een jachtverblijf en buitenhuis voor hoge ambtenaren, maar sinds 1694 werd een lange reeks dominees in Schelluinderberg gehuisvest.

De buitenplaats Schelluinderberg ligt ten zuidoosten van de kerk aan de Kerkweg in Schelluinen.
 
Ontstaan     
Het leengoed Schelluinen werd in 1422 voor het eerst vermeld in de registers van de leenkamer van Holland als een Arkels leengoed.
 
Geschiedenis   
Schelluinderberg is ontstaan uit een hofstede. Rond 1544 werd op het terrein van de hofstede een rechthoekig hoog huis, van 8,5 bij 5,5 meter, met een zeskantige traptoren gebouwd. Dit huis vormt nog altijd de kern van het huidige huis en bestond uit een kelder met daarboven een zaal, een verdieping en een zolder. Het huis met donjon-achtig uiterlijk, gracht met brug en poort had het uiterlijk vaneen versterkte ridderhofstede.  
Tussen1563 en 1566 werd het huis flink uitgebreid. Aan de oost- en aan de westzijde kreeg het kleine zijgevels terwijl aan de zuidzijde een aanbouw verrees welke groter was dan het oorspronkelijke huis. Deze aanbouw werd samen met het oorspronkelijke huis onder één, met blauwe leisteen gedekte, kap gebracht. Het huis kreeg met deze uitbreidingen het uiterlijk van een voor die tijd modern landhuis.

In de achttiende en negentiende eeuw deed het huis dienst als pastorie, waarvoor het huis in 1765 werd uitgebreid met een flinke aanbouw.

Huis Schelluinderberg heeft veel oorlogsgeweld overleefd: de Geuzen in 1572 legden o.a. de kerk, maar niet de pastorie in as. In 1813 overleefde het huis het beleg door de Fransen. In 1841 was er een grote brand in Schelluinen waarbij de kerk gespaard bleef en de pastorie alleen behoorlijke rookschade opliep. In 2006 brak er opnieuw brand uit en toen liep het huis en met name het dak wel grote schade op.
Helaas werd na de brand in 1841 het huis slecht gerestaureerd. Funderingen verzakten en geveltoppen en muurankers werden verwijderd, ramen en deuren werden in de gevel gehakt en dit alles heeft onherstelbare schade aan muren en daken veroorzaakt. Maar het grootste gevaar voor het behoud van het huis was niet oorlog of brand, zelfs niet de slechte restauratie, maar dominee Kuipéri. In 1891 trad hij aan als dominee in het dorp en hij pleitte al snel voor afbraak van de kerk en de pastorie. Inderdaad werd de 14e-eeuwse kerk in 1896 te bouwvallig bevonden en onder breed gedragen protest afgebroken.
In 1912 breekt de discussie los rondom de wens van de dominee om ook de pastorie af te breken. Bij zijn jarenlange strijd raakte de vereniging `Oud Gorcum`, diverse architecten, vereniging Hendrick de Keyzer en zelfs de toenmalige directeur van het Rijksmuseum, jonkheer van Riemsdijk betrokken. Deze laatste schreef: "De pastorie is een juweeltje van architectuur." en: "het is zaak de `kribbige dominee` tegen te houden en sloop te verhinderen." Maar er werd ook erkend dat de pastorie zich in zeer slechte staat bevond en de meeste vertrekken onbewoonbaar waren. De dorpsbewoners grapten dat als het regende, de dominee met zijn paraplu te bed lag.
Om een lang verhaal kort te maken: de pastorie werd niet gesloopt, maar tussen 1920 en1924 gerestaureerd. Dominee Kuipéri heeft van het herstelde woongenot niet kunnen genieten. Hij ging in 1921 met emeritaat en ging daarna inwonen bij zijn dochter in Waalwijk.


Huidige situatie
Het slotje verkeert anno 2018 in een slechte staat van onderhoud.  Het huis is reeds verkocht en wordt gerestaureerd.

Het muurwerk van het herenhuis is, met uitzondering van de zuidoostelijke aanbouw, overal voorzien van muurankers, speklagen en fijn beeldhouw werk.  

In de speklagen van de noordelijke voorgevel, de oude kern van het gebouw, zitten verscheidene gebeeldhouwde medaillons. Boven de voordeur bevindt zich in het boogveld rijk renaissancistisch beeldhouwwerk.

De twee ramen in de westelijke aanbouw hebben met beeldhouwwerk gevulde frontons. Tussen de eerste en tweede bouwlaag van deze vleugel is zowel aan de west- als aan de noordzijde een dubbele lijst met hiertussen leeuwenkopjes aangebracht.

De zuidelijke gevel is eveneens rijk versierd met speklagen en heeft het twee hoekige pinakels op de hoeken.

In 1900 werd het huidige kerkgebouw gebouwd op nagenoeg dezelfde plek als waar het oude gebouw had gestaan. In het nieuwe kerk gebouw zijn alleen het uurwerk en de oude klok hergebruikt. De oude luidklok uit de 16e eeuw is gesneuveld tijdens de Tweede Wereldoorlog.


Cookie-beleid

Deze site maakt gebruik van cookies om informatie op uw computer op te slaan.

Gaat u akkoord?